kledinghanger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kledinghanger (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkledɪŋˌhɑŋər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- kle·ding·han·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kledinghanger | kledinghangers |
verkleinwoord | kledinghangertje | kledinghangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de kledinghanger m
- (huishouden) raamwerk van hout, metaal of kunststof waarover je jassen, overhemden en soms ook andere bovenkleding kunt draperen en dat met een haak zelf weer aan een stang of haak in een kast, rek of garderobe kan worden vastgemaakt
- ▸ De kledinghanger moet dus én passen in de huisstijl van de klant én een vorm hebben die past bij het kledingstuk.[2]
Synoniemen
Vertalingen
1. rek van hout, metaal of kunststof waaraan je jassen en overhemden kunt hangen
Gangbaarheid
- Het woord kledinghanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Ratiba Basir“De kledinghanger lijkt uitontwikkeld. Of valt er nog iets aan te verbeteren?” (17 augustus 2022) op nrc.nl