klavecimbel
- Geluid: klavecimbel (hulp, bestand)
- IPA: / ˌklavəˈsɪmbɛl / (4 lettergrepen)
- kla·ve·cim·bel
- van Italiaans clavicembalo of direct van middeleeuws Latijn clavicymbalum, in de betekenis van ‘toetsinstrument’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1519 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klavecimbel | klavecimbels |
verkleinwoord | klavecimbeltje | klavecimbeltjes |
- (muziekinstrument) toetsinstrument waarbij de in het verlengde van de toetsen geplaatste snaren worden getokkeld
- clavecimbel (schrijfwijze van voor 1805)
- klauwecimbel, klavecimbaal, klavicimbaal, klaviercimbel (uitspraakvarianten)
1. toetsinstrument
- Het woord klavecimbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klavecimbel" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ klavecimbel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "klavecimbel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Mischa Spel“Maarten Engeltjes: ‘Ik zocht een Bach met wat meer peper en zout’” (20 februari 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Joost Galema“‘Als kind wilde ik al dirigent worden’” (28 maart 2018) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be