klaarspelen
- Geluid: klaarspelen (hulp, bestand)
- klaar·spe·len
- samenstelling van klaar en spelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klaarspelen |
speelde klaar |
klaargespeeld |
zwak -d | volledig |
klaarspelen
- overgankelijk iets moeilijks in orde of ten einde brengen
- Hij heeft die moeilijke opdracht wél mooi klaargespeeld, iets wat je van de andere kandidaten niet kunt zeggen.
- Niet boven de grond uitkomen tot een teken gegeven wordt. Veel succes, ik hoop dat jullie het klaarspelen.' [1]
1. iets moeilijks in orde of ten einde brengen
- Het woord klaarspelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klaarspelen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 102
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be