kielzog
- kiel·zog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kielzog | - |
verkleinwoord |
het kielzog o
- (scheepvaart) de waterstromen die een varend schip achterlaat, kielwater
- Een imponerend schip laat altijd een brede streep kielwater achter zich. Als men de betekenis van maritiem historicus J. R. Bruijn moet afmeten aan het bruisen van zijn kielzog, dan kan hij slechts worden vergeleken met een oceaanstomer. In maart nam de enige hoogleraar zeegeschiedenis die Nederland rijk is, afscheid van de Universiteit Leiden. [1]
- (figuurlijk) veilige zone/situatie e.d. die door iets of iemand wordt gecreëerd, en waar anderen vervolgens van kunnen profiteren
[2]
- in iemands kielzog, in het kielzog van
(gemakshalve en/of omdat dit voordeel oplevert) in navolging van iets of iemand
1. spoor van waterstroom (achter een schip)
2. (uitdrukking) in het kielzog (van)
|
|
- Het woord kielzog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kielzog" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Reformatorisch Dagblad Dr. J. E. Korteweg 04-06-2003 Het kielzog van maritiem historicus Jaap R. Bruijn
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be