kerkhistorie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kerkhistorie    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkɛr^əkhɪsˌtori / (4 of 5 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈkerk.ɦɪsˌto̝ː.ri/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ˈkerk.ɦɪsˌtoː.ri/

Woordafbreking

• kerk·his·to·rie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kerk  en  historie 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kerkhistorie	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de kerkhistorie v

1. (religie) een deel van de wereldgeschiedenis zoals die zich verhoudt tot het christendom

   • Aan welke universiteit kan je het best geschiedenis studeren als je in de kerkhistorie geïnteresseerd bent? 

Synoniemen

• kerkgeschiedenis

Verwante begrippen

• kerkhistoricus

Vertalingen

    1. een deel van de wereldgeschiedenis zoals die zich verhoudt tot het christendom   

Duits: Kirchengeschichte (de) v Engels: church history (en), history (en) of Christianity (en)

Frans: histoire (fr) du christianisme (fr) v

Gangbaarheid

• Het woord 'kerkhistorie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.