• ken·spreuk
enkelvoud meervoud
naamwoord kenspreuk kenspreuken
verkleinwoord

de kenspreukv / m

  1. een spreuk die als kenteken wordt gebruikt
     Waar moet je bij de naamgeving op letten? De naam mag ook een kenspreuk zijn, de naam van de instelling waartoe het schip behoort of de gebruikelijke afkorting hiervan, al dan niet gevolgd door een nummer.[1]
26 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron “Verplichte bootnaam gratis aangebracht” (16 jul. 2014), De Telegraaf
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be