jabloní

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /jablɔɲiː/

Woordafbreking

• jab·lo·ní

Zelfstandig naamwoord

jabloní

1. genitief meervoud van jabloň

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /jablɔɲiː/

Woordafbreking

• jab·lo·ní

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Slavische *ablonьjь
• Afgeleid van het zelfstandige naamwoord jabloň met het achtervoegsel -í

Bijvoeglijk naamwoord

jabloní

1. (verouderd) appelboom-, appelbomen-; met betrekking tot appelbomen

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	jabloní				jabloní
genitief	jabloního		jabloní	jabloního	jabloních
datief	jablonímu		jabloní	jablonímu	jabloním
accusatief	jabloního	jabloní			jabloní
vocatief	jabloní				jabloní
locatief	jabloním		jabloní	jabloním	jabloních
instrumentalis	jabloním		jabloní	jabloním	jabloními

Synoniemen

• jablonný
• jabloňový

Typische woordcombinaties

• jabloní květ monbezield

Verwijzingen

• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandige naamwoord jabloň met het achtervoegsel -í
• Afgeleid van het Proto-Slavische *ablonьje

Zelfstandig naamwoord

jabloní o

1. (verouderd) appelbomen

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	jabloní	jabloní
genitief	jabloní	jabloní
datief	jabloní	jabloním
accusatief	jabloní	jabloní
vocatief	jabloní	jabloní
locatief	jabloní	jabloních
instrumentalis	jabloním	jabloními

Verwijzingen

• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Zelfstandig naamwoord

jabloní

1. instrumentalis enkelvoud van jabloň
2. genitief meervoud van jabloň