• in·ter·na·ti·o·nal
enkelvoud meervoud
naamwoord international internationals
verkleinwoord - -

de internationalm

  1. (sport) (teamsporten) speler uit de officiële ploeg die voor zijn land uitkomt in een landenwedsrijd
     De 19-jarige rechtsback heeft van Ajax toestemming gekregen om met FC Barcelona te onderhandelen over een meerjarig contract. Dat bevestigde Joes Blakborn, de zaakwaarnemer van de international van de Verenigde Staten.[1]
  2. (economie) bedrijf dat in vele landen produceert en verkoopt
    Vooral gebruikt bij beursgenoteerde bedrijven, als onderscheid met bedrijven die vooral van de ontwikkelingen in één of enkele landen afhankelijk zijn.
     Als het gaat om aandelen, beleggen exploitanten graag in de internationals Ahold, ING, Koninklijke Olie en Unilever.[2]
  3. (onderwijs) (informeel) buitenlandse student
     Het proces van dekolonisatie wordt aangejaagd door de toename van internationals in de collegezalen. ‘Vijf jaar geleden had ik voor het eerst een student in mijn groep die mij confronteerde met de witte literatuurlijst’, zegt Minter. ‘Ze vroeg: “Hoe zit het dan met Latijns-Amerikaanse sociologen?” De laatste jaren is antropologie een internationalere opleiding geworden met een heel diverse groep studenten, en alleen dat al zorgt ook voor diversere wereldbeelden en inzichten.’[3]
  1.   Weblink bron “Dest verruilt Ajax voor FC Barcelona” (28 september 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Adriaan Hiele
    “Alternatief beleggingsfonds” (9 juni 2001) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Vincent Bongers & Sebastiaan van Loosbroek
    “De dekolonisatie van de academie: ‘We zijn een wit, westers instituut en dat moet veranderen’” (30 juni 2021) op mareonline.nl


international

  1. internationaal


international

  1. internationaal


  enkelvoud meervoud
  mannelijk   international internationaux
  vrouwelijk   internationale internationales

international

  1. internationaal