vervoeging van de bedrijvende vorm van intellectualiseren
|
onbepaalde wijs
|
kort
|
lang
|
onvoltooid
|
tegenwoordig
|
intellectualiseren
|
te intellectualiseren
|
toekomend
|
zullen intellectualiseren
|
te zullen intellectualiseren
|
voltooid
|
tegenwoordig
|
hebben geïntellectualiseerd
|
te hebben geïntellectualiseerd
|
toekomend
|
geïntellectualiseerd zullen hebben
|
geïntellectualiseerd te zullen hebben
|
|
onvoltooid deelwoord |
voltooid deelwoord |
gebiedende wijs |
aanvoegende wijs
|
|
intellectualiserend |
geïntellectualiseerd |
ev. intellectualiseer |
mv. verouderd intellectualiseert |
intellectualisere
|
aantonende wijs |
enkelvoud |
meervoud
|
onvoltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij, ge |
hij, zij, het |
wij, we |
jullie |
zij, ze
|
tegenwoordig (o.t.t.) |
intellectualiseer |
intellectualiseert |
intellectualiseert |
intellectualiseert |
intellectualiseert |
intellectualiseren |
intellectualiseren |
intellectualiseren
|
verleden (o.v.t.) |
intellectualiseerde |
intellectualiseerde |
intellectualiseerde |
intellectualiseerde |
intellectualiseerde |
intellectualiseerden |
intellectualiseerden |
intellectualiseerden
|
toekomend (o.t.t.t.) |
zal intellectualiseren |
zult/zal intellectualiseren |
zult/zal intellectualiseren |
zult intellectualiseren |
zal intellectualiseren |
zullen intellectualiseren |
zullen intellectualiseren |
zullen intellectualiseren
|
voorwaardelijk (o.v.t.t.) |
zou intellectualiseren |
zou intellectualiseren |
zou(dt) intellectualiseren |
zoudt intellectualiseren |
zou intellectualiseren |
zouden intellectualiseren |
zouden intellectualiseren |
zouden intellectualiseren
|
voltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (v.t.t.) |
heb geïntellectualiseerd |
hebt geïntellectualiseerd |
hebt/heeft geïntellectualiseerd |
hebt geïntellectualiseerd |
heeft geïntellectualiseerd |
hebben geïntellectualiseerd |
hebben geïntellectualiseerd |
hebben geïntellectualiseerd
|
verleden (v.v.t.) |
had geïntellectualiseerd |
had geïntellectualiseerd |
had geïntellectualiseerd |
hadt geïntellectualiseerd |
had geïntellectualiseerd |
hadden geïntellectualiseerd |
hadden geïntellectualiseerd |
hadden geïntellectualiseerd
|
toekomend (v.t.t.t.) |
zal geïntellectualiseerd hebben |
zal/zult geïntellectualiseerd hebben |
zult/zal geïntellectualiseerd hebben |
zult geïntellectualiseerd hebben |
zal geïntellectualiseerd hebben |
zullen geïntellectualiseerd hebben |
zullen geïntellectualiseerd hebben |
zullen geïntellectualiseerd hebben
|
voorwaardelijk (v.v.t.t.) |
zou geïntellectualiseerd hebben |
zou geïntellectualiseerd hebben |
zou/zoudt geïntellectualiseerd hebben |
zoudt geïntellectualiseerd hebben |
zou geïntellectualiseerd hebben |
zouden geïntellectualiseerd hebben |
zouden geïntellectualiseerd hebben |
zouden geïntellectualiseerd hebben
|
onpersoonlijke lijdende vorm geïntellectualiseerd worden
|
|
onvoltooid |
voltooid
|
tegenwoordig |
er wordt geïntellectualiseerd |
er is geïntellectualiseerd
|
verleden |
er werd geïntellectualiseerd |
er was geïntellectualiseerd
|
toekomend |
er zal geïntellectualiseerd worden |
er zal geïntellectualiseerd zijn
|
voorwaardelijk |
er zou geïntellectualiseerd worden |
er zou geïntellectualiseerd zijn
|