Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Indiaan
1. Red Bird, 1908

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·di·aan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord indiaan indianen
verkleinwoord indiaantje indiaantjes

Zelfstandig naamwoord

de indiaanm

  1. inwoner van Amerika voor de komst van de Europeanen
    • In dit reservaat wonen de Navajo-indianen. 
     De Klamath Indianen geloofden dat op deze plek de geesten van de onderwereld met de bovenwereld spraken. Daar kon ik me wel iets bij voorstellen, het was een magische plek.[3]
Opmerkingen
  • Doordat deze benaming sterk verband houdt met de Europese kolonisatie, is het respectvoller om de oorspronkelijke bewoners van Amerika en hun nazaten aan te duiden met de benamingen die zij voor zichzelf gebruiken of een neutralere aanduiding te gebruiken als "oorspronkelijke bewoner van Amerika" of "inheemse Amerikaan". In Suriname is de aanduiding "inheemsen" gangbaar.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. indiaan op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be