indiaan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·di·aan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indiaan | indianen |
verkleinwoord | indiaantje | indiaantjes |
Zelfstandig naamwoord
indiaan m
- inwoner van Amerika voor de komst van de Europeanen
- In dit reservaat wonen de Navajo-indianen.
- ▸ De Klamath Indianen geloofden dat op deze plek de geesten van de onderwereld met de bovenwereld spraken. Daar kon ik me wel iets bij voorstellen, het was een magische plek.[2]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. inwoner van Amerika voor de komst van de Europeanen
|
|
Gangbaarheid
- Het woord indiaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "indiaan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ indiaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be