impermeabel
- Geluid: impermeabel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɪmpɛrmeˌjabəl / (5 lettergrepen)
- im·per·me·a·bel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | impermeabel | impermeabeler | impermeabelst |
verbogen | impermeabele | impermeabelere | impermeabelste |
partitief | impermeabels | impermeabelers | - |
impermeabel [2]
- van een afgrenzing dat er niets doorheen kan gaan
- Ik zou graag een Tour meemaken zonder te worden herinnerd aan de industrie Armstrong. Een Tour van eenlingen en zonderlingen. En dan eerder naar de Venetiaanse ruïne Pantani dan naar het impermeabele masker Evans. [3]
1.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | impermeabel | impermeabels |
verkleinwoord |
de impermeabel m
- waterdichte regenjas
- Het woord impermeabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "impermeabel" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ impermeabel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Hugo Camps 6 juli 2012 Alweer gazettenpraat
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be