hytte
- hyt·te
- Werkwoord [A]: Afkomstig van het Oudnoordse werkwoord hylla
- Werkwoord [B]: Afkomstig van het Oudnoordse werkwoord hylja
- Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van Nedersaksisch: hütte zn ("klein, arm (houten) huis")
Naar frequentie | 7665 |
---|
{A]: hytte
- overgankelijk dreigen, waarschuwen, een of meer dreigende of waarschuwende gebaren maken (vooral met gebalde vuist) of bedreigen (met opgeheven hand
{B]: hytte
- hytte sitt skinn
zich uit moeilijkheden redden
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hytte | m: hytten v: hytta |
hytter | hyttene |
genitief | hyttes | m: hyttens v: hyttas |
hytters | hyttenes |
- (bouwkunde) hut, een huis dat gebruikt wordt tijdens vakanties en vrije tijd
- een enkele schuilplaats gebouwd uit staven, planken of iets dergelijks
- glasfabriek
- ijzerhut
- kamers in voertuigen en dergelijke: cabine
- (scheepvaart) kamers op boten en dergelijke: hut, kajuit, scheepshut
- [1]: campinghytte
- [1]: turisthytte
- [2]: barhytte
- [2]: snøhytte
- [3]: glashytte
- [4]: smeltehytte
- [2]: legge noe på hylla
1. opschorten
2. in de koelkast zetten
3. (het anker) achter de kat werpen
4. (de lier) aan de wilgen hangen
2. in de koelkast zetten
3. (het anker) achter de kat werpen
4. (de lier) aan de wilgen hangen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- hyt·te
- Werkwoord [B]: Afkomstig van Duits: hüten ww ("hoeden")
- Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van Nedersaksisch: hütte zn ("klein, arm (houten) huis")
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | hytte hytta |
tegenwoordige tijd | hyttar |
verleden tijd | hytta |
voltooid deelwoord |
hytta |
onvoltooid deelwoord |
hyttande |
lijdende vorm | hyttast |
gebiedende wijs | hytt hytta hytte |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking | [A] + [B] |
[A}: hytte
- overgankelijk dreigen, waarschuwen, een of meer dreigende of waarschuwende gebaren maken (vooral met gebalde vuist) of bedreigen (met opgeheven hand)
- hytte etter
- hytte med
- hytte mot
- hytte til
[B}: hytte
- hytte skinnet sitt
zich uit moeilijkheden redden
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hytte | hytta | hytter | hyttene |
- (bouwkunde) hut, een huis dat gebruikt wordt tijdens vakanties en vrije tijd
- een enkele schuilplaats gebouwd uit staven, planken of iets dergelijks
- glasfabriek
- ijzerhut
- kamers in voertuigen en dergelijke: cabine
- (scheepvaart) kamers op boten en dergelijke: hut, kajuit, scheepshut
- [1]: campinghytte
- [1]: turisthytte
- [2]: barhytte
- [2]: snøhytte
- [3]: glashytte
- [4]: smeltehytte
- Zie Wikipedia voor meer informatie.