holwangig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hol·wan·gig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | holwangig | holwangiger | holwangigst |
verbogen | holwangige | holwangigere | holwangigste |
partitief | holwangigs | holwangigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
holwangig [1]
- van een gelaat of persoon dat deze (door ziekte of gebrek) holle wangen heeft
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1. van een gelaat of persoon dat deze (door ziekte of gebrek) holle wangen heeft
Gangbaarheid
- Het woord holwangig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "holwangig" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be