• IPA: /hoːltə/
  • hol·te

holte

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs van holen
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs van holen
  3. eerste persoon enkelvoud verleden tijd voorwaardelijke wijs van holen
  4. derde persoon enkelvoud verleden tijd voorwaardelijke wijs van holen
  • IPA: /ɦɔltɛ/
  • hol·te

holte

  1. formeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord holit
  2. tweede persoon meervoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord holit