Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neus·hol·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neusholte neusholten
neusholtes
verkleinwoord neusholtetje neusholtetjes

Zelfstandig naamwoord

de neusholtev

  1. (anatomie) het eerste stuk van het luchtwegstelsel waar de ingeademde lucht doorheen gaat
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be