Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hob·bel·paard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hobbelpaard hobbelpaarden
verkleinwoord hobbelpaardje hobbelpaardjes

Zelfstandig naamwoord

het hobbelpaardo

  1. (speelgoed) een stuk kinderspeelgoed in de vorm van een paard dat evenals een schommelstoel of een schommelwieg heen en weer kan bewegen. (sjokkelpeerd in het Vlaams)
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen