herverdelen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van herverdelen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | herverdelen | te herverdelen | ||||||
toekomend | zullen herverdelen | te zullen herverdelen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben herverdeeld | te hebben herverdeeld | ||||||
toekomend | herverdeeld zullen hebben | herverdeeld te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
herverdelend | herverdeeld | ev. herverdeel |
mv. verouderd herverdeelt |
herverdele | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | herverdeel | herverdeelt | herverdeelt | herverdeelt | herverdeelt | herverdelen | herverdelen | herverdelen | |
verleden (o.v.t.) | herverdeelde | herverdeelde | herverdeelde | herverdeelde | herverdeelde | herverdeelden | herverdeelden | herverdeelden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal herverdelen | zult/zal herverdelen | zult/zal herverdelen | zult herverdelen | zal herverdelen | zullen herverdelen | zullen herverdelen | zullen herverdelen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou herverdelen | zou herverdelen | zou(dt) herverdelen | zoudt herverdelen | zou herverdelen | zouden herverdelen | zouden herverdelen | zouden herverdelen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb herverdeeld | hebt herverdeeld | hebt/heeft herverdeeld | hebt herverdeeld | heeft herverdeeld | hebben herverdeeld | hebben herverdeeld | hebben herverdeeld | |
verleden (v.v.t.) | had herverdeeld | had herverdeeld | had herverdeeld | hadt herverdeeld | had herverdeeld | hadden herverdeeld | hadden herverdeeld | hadden herverdeeld | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal herverdeeld hebben | zal/zult herverdeeld hebben | zult/zal herverdeeld hebben | zult herverdeeld hebben | zal herverdeeld hebben | zullen herverdeeld hebben | zullen herverdeeld hebben | zullen herverdeeld hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou herverdeeld hebben | zou herverdeeld hebben | zou/zoudt herverdeeld hebben | zoudt herverdeeld hebben | zou herverdeeld hebben | zouden herverdeeld hebben | zouden herverdeeld hebben | zouden herverdeeld hebben |