Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • heis·se
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm
hele vervoeging zie heesse/vervoeging
onbepaalde
wijs
heesse
verleden
tijd
(er) hot gheesse
voltooid
deelwoord
gheesse
enkelvoud meervoud
1e persoon ich heess mir / mer heesse
2e persoon du heesscht [1] dihr / der
dihr / der
dihr / der
ihr / er
ihr / er
nihr / ner
heesst
heesse
heesset
heesst
heesse
heesse
3e persoon er heesst sie heesse
sie heesst
es heesst

Werkwoord

heesse

  1. overgankelijk betekenen, heten, noemen
  2. overgankelijk aanvragen, verzoeken, vragen
Opmerkingen

Verwijzingen

  1. Als de woordstam op een sisklank eindigt vervalt de sibilant [s].