bitten
- bit·ten
de bitten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bit
- Het woord bitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bitten" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /'bitn/
- bit·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bitten /'bitn̩/ |
bat /'baːt/ |
gebeten gəˈbeːtn̩/ |
volledig |
bitten