noemen
- noe·men
- van Middelnederlands noemen, in de betekenis van ‘een naam geven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1249 [1] [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
noemen |
noemde |
genoemd |
zwak -d | volledig |
noemen
- overgankelijk met een naam aanduiden
- Hoe noem je zo'n plant?
- ▸ Al dat eten stuurde ik vervolgens in zeven verschillende postdozen naar mezelf vooruit, omdat de trail alleen maar door de wildernis trok en de voedselprijzen erg hoog waren in de gehuchten waar ik af en toe langs zou komen. Ik had verschillende postadressen gevonden van afgelegen boerderijen, hostels en postbussen die op een paar kilometer van de trail lagen. Dit ingewikkelde, logistieke gebeuren werd resupply genoemd.[4]
- ▸ Ik liep als het ware met een rasp in mijn achterste (chafing noemen ze dat in Amerika) wat verschrikkelijk veel pijn deed, het was alsof ik in brand stond.[4]
- overgankelijk vermelden door het uitspreken van de naam
- In het bijzonder zou ik Jacob willen noemen, die zich afgelopen jaar ongelooflijk hard voor ons heeft ingezet.
- (België) (informeel) koppelwerkwoord heten, een bepaalde naam hebben [5]
- Hoe noemt gij?
- [1] een kat een kat noemen
- [2] man en paard noemenniks verzwijgen
1. met een naam aanduiden
2. vermelden door het uitspreken van de naam
in te delen vertaling
- Het woord noemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "noemen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ noemen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "noemen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 4,0 4,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ noemen / heten op website Vlaamse overheid: taaltelefoon.be; geraadpleegd 2017-06-28
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be