hebrejský

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /ɦɛbrɛjskiː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Hebrej met het achtervoegsel -ský

Bijvoeglijk naamwoord

hebrejský

1. (demoniem) Hebreeuws; met betrekking tot de Hebreeën
2. (taal) Hebreeuws; met betrekking tot de taal het Hebreeuws

Afgeleide begrippen

• hebrejsky (bw.)

Verwante begrippen

• hebrejčina v
• Hebrejka v
• hebrejstvo

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɦɛbrɛjskiː/

Woordafbreking

• he·b·rej·ský

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Hebrej met het achtervoegsel -ský

Bijvoeglijk naamwoord

hebrejský

1. (demoniem) Hebreeuws; met betrekking tot de Hebreeën
2. (taal) Hebreeuws; met betrekking tot de taal het Hebreeuws

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	hebrejský		hebrejská	hebrejské	hebrejští	hebrejské		hebrejská
genitief	hebrejského		hebrejské	hebrejského	hebrejských
datief	hebrejskému		hebrejské	hebrejskému	hebrejským
accusatief	hebrejského	hebrejský	hebrejskou	hebrejské	hebrejské			hebrejská
vocatief	hebrejský		hebrejská	hebrejské	hebrejští	hebrejské		hebrejská
locatief	hebrejském		hebrejské	hebrejském	hebrejských
instrumentalis	hebrejským		hebrejskou	hebrejským	hebrejskými

Afgeleide begrippen

• hebrejsky (bw.)

Verwante begrippen

• Hebrejec m bezield
• Hebrejka v
• hebrejština v

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)