Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Hans

dehansm

  1. (pejoratief) een manspersoon
    • Die hanzen daar weten er vast geen raad mee. 
82 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

hans

  1. zijn, z'n (mannelijk vorm enkelvoud van de derde persoon)
    «Morbrorn och hans fru har dömts för mord, hustrun till livstids fängelsestraff.»
    De oom van de moeder en zijn vrouw zijn worden veroordeeld voor moord, de vrouw tot levenslange gevangenisstraf.