høste
Niet te verwarren met: hoste |
- høs·te
Naar frequentie | 12771 |
---|
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
høste |
høster |
høstede |
høstet |
volledig |
høste
- oogsten
- «På de polske marker bliver der høstet med rimeligt moderne maskiner.»
- Op de Poolse velden worden geoogst met redelijke moderne machines.
- «På de polske marker bliver der høstet med rimeligt moderne maskiner.»
- (figuurlijk) bereiken, krijgen, ontvangen, verkrijgen (een positief gevolg)
- «Især i Congo høstede han megen ros for sin indsats under urolighederne omkring 1960.»
- Vooral in de Kongo ontving hij veel lof voor zijn inspanningen tijdens de onlusten rond 1960.
- «Især i Congo høstede han megen ros for sin indsats under urolighederne omkring 1960.»
- (figuurlijk) bekomen, ondervinden (een negatief gevolg)
- [2]: høste anerkendelse, bifald, erfaringer, fordele, priser, respekt, ros, succes, en titel
- [2]: høste en pris
een prijs verkrijgen
- [2]: høste erfaringer
ervaringen opdoen
- [2]: høste fordele
voordelen verkrijgen
- [2]: høste frugten af noget
høste frugterne af noget
de voordelen oogsten van een (goed) gedaan, misschien lastig werk
- [2]: høste respekt
respect krijgen
- [1]: Den der sår vind, høster storm.
Die wind zaait, zal storm oogsten.
- høste in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
- høs·te
Naar frequentie | 12297 |
---|
høste
- overgankelijk oogsten
- overgankelijk, (figuurlijk) bereiken, krijgen, ontvangen, verkrijgen (een positief gevolg)
- [1]: samle inn
- [1]: høste epler, plommer
- [2]: høste anerkjennelse, bifall
- [1]: Det høstes.
De herfst is in aantocht.
- [1]: høste juletreet
de versiering van de kerstboom halen
- [2]: høste frukten/fruktene av et arbeid
de vruchten van zijn werk plukken