• høs·ten·de
Naar frequentie zeldzaam

høstende

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van høste


  • høs·ten·de
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud høstende - -
o enkelvoud høstende
meervoud høstende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
høstende - -

høstende

  1. oogstend

høstende

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van høste