høsta
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- høs·ta
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | høsta | - | - |
o enkelvoud | høsta | |||
meervoud | høsta | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
høsta | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
høsta
Schrijfwijzen
Bijvoeglijk naamwoord
høsta
Schrijfwijzen
Bijvoeglijk naamwoord
høsta
- meervoud van høsta
Schrijfwijzen
Werkwoord
høsta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van høste
Schrijfwijzen
Werkwoord
har høsta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van høste
Schrijfwijzen
Werkwoord
høsta
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van høste