• høs·ter
Naar frequentie 17390

høster

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van høste

høster

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van høst


  • høs·ter
Naar frequentie 17264

høster

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van høste

høster

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van høst