grootoorvleermuis
- (IPA in voorbereiding)
- groot·oor·vleer·muis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootoorvleermuis | grootoorvleermuizen |
verkleinwoord | grootoorvleermuisje | grootoorvleermuisjes |
- (vleermuizen) Plecotus auritus een vleermuis uit de familie gladneuzen (Vespertilionidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 als Vespertilio auritus door Carl Linnaeus gepubliceerd
- grootoorvleermuizen, gladneuzen, vleermuizen, placentadieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- alpengrootoorvleermuis, balkangrootoorvleermuis, berggrootoorvleermuis, Canarische grootoorvleermuis, Ethiopische grootoorvleermuis, grijze grootoorvleermuis, Libische grootoorvleermuis, Nieuw-Guinese grootoorvleermuis, Noordoost-Afrikaanse grootoorvleermuis, Sardijnse grootoorvleermuis, Taiwanese grootoorvleermuis
- Indien grootoorvleermuis wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep grootoorvleermuizen zie dan Hyponiemen grootoorvleermuizen
1. Plecotus auritus, vleermuissoort die de naam te danken heeft aan de bijzonder grote oren
- Het woord 'grootoorvleermuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.