grootoorvleermuizen
- (IPA in voorbereiding)
- groot·oor·vleer·mui·zen
- samenstellende samenstelling van groot bn, oor zn en vleermuizen zn
- grootoorvleermuis zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootoorvleermuizen | |
verkleinwoord |
de grootoorvleermuizen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord grootoorvleermuis
- meervoudsvorm als officiële benaming (vleermuizen) Plecotus een geslacht van de gladneusvleermuizen dat voorkomt in Azië, Europa en Noord-Afrika. Ze behoren tot de tribus Plecotini , samen met Barbastella , Euderma , Idionycteris en Corynorhinus . De laatste drie zijn wel als ondergeslachten beschouwd: eerst werd Euderma een apart geslacht, toen Idionycteris, en ten slotte Corynorhinus
- [2] gladneuzen, vleermuizen, placentadieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- [2] berggrootoorvleermuis
- [2] balkangrootoorvleermuis, Canarische grootoorvleermuis, Ethiopische grootoorvleermuis, grijze grootoorvleermuis, grootoorvleermuis, Libische grootoorvleermuis, Noordoost-Afrikaanse grootoorvleermuis, Sardijnse grootoorvleermuis, Taiwanese grootoorvleermuis
- Het woord 'grootoorvleermuizen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.