graveerijzer
- gra·veer·ij·zer
- samenstelling van graveer ww en ijzer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graveerijzer | graveerijzers |
verkleinwoord | graveerijzertje | graveerijzertjes |
het graveerijzer o
- (gereedschap) een handsteekbeitel met een vierkante stift waarvan de punt ruitvormig is geslepen, die o.a. wordt gebruikt door de graveur, koperslager en de edelsmid
1. beitel met ruitvormige punt
- Het woord graveerijzer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.