m puntige stalen stift om mee te graveren
  • bu·rin
enkelvoud meervoud
naamwoord burin burinnen
verkleinwoord burinnetje burinnetjes

de burinv

  1. (verouderd) bewoonster van een van de meest nabij gelegen huizen
  2. (verouderd) vrouwelijk persoon die zich direct naast je bevindt
enkelvoud meervoud
naamwoord burin burins
verkleinwoord (burintje) * (burintjes) *

de burinm

  1. (gereedschap) puntige stalen stift om mee te graveren
  • De Woordenlijst Nederlandse Taal geeft 'burinnetje(s)' ook als verkleinwoord voor m "graveerstift", maar gelet op de uitspraak zou dit "burintje(s)" moeten zijn; van dit verkleinwoord zijn in welke vorm dan ook in het normale taalgebruik nog geen voorbeelden gevonden.
11 % van de Nederlanders;
12 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
burin burins

burin

  1. (gereedschap): burijn, graveerbeitel, graveerijzer, graveersteker


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  burin     le burin     burins     les burins  

burin m

  1. (gereedschap): beitel voor hout, staal, steen etc.
  2. (gereedschap): graveerbeitel, graveerijzer, graveersteker