burijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bu·rijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burijn | burijnen |
verkleinwoord | burijntje | burijntjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) handsteekbeitel met een vierkante stift waarvan de punt ruitvormig is geslepen, die o.a. wordt gebruikt door de graveur, koperslager en de edelsmid
Synoniemen
Hyperoniemen
- [1] handgereedschap
Verwante begrippen
- [1] graveernaald, graveerstift
-
[1] Burijn met smal heft en dikke knop
-
[1] Graveuse aan het werk met een burijn
Vertalingen
1. beitel met ruitvormige punt
Gangbaarheid
- Het woord burijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "burijn" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be