Een man met grastrimmer en oorbeschermers.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gras·trim·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grastrimmer grastrimmers
verkleinwoord grastrimmertje grastrimmertjes

Zelfstandig naamwoord

de grastrimmerm

  1. (gereedschap) een apparaat dat gras maait op moeilijke plekken en randen van het gazon
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie