• IPA: /gramatɪtskiː/
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord gramatika met het achtervoegsel -ický

gramatický

  1. (grammatica) grammaticaal; met betrekking tot grammatica


  • IPA: /gramatɪtskiː/
  • gra·ma·tic·ký
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord gramatika met het achtervoegsel -ický

gramatický

  1. (grammatica) grammaticaal; met betrekking tot grammatica


  • gramatická chyba v - grammaticale fout