gevangen
- Geluid: gevangen (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈvɑŋə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˈʋɑŋə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈʋɑŋə(n)/
- ge·van·gen
stellend | |
---|---|
onverbogen | gevangen |
verbogen | |
partitief | gevangens |
gevangen
- in hechtenis genomen, van de vrijheid beroofd
- De gevangen vis werd weer teruggezet omdat deze ondermaats was.
- ▸ ‘Maakt niet uit, we eten slang vanavond.’ Hij wees naar het vuur waarop de vanmiddag gevangen slang lag te bakken. Rattlesnake, de jonge slangenvanger, zat er zwijgend naast.[1]
gevangen
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- De politie nam hem gevangen.
vervoeging van: | vangen… |
geen verbogen vorm |
gevangen
- voltooid deelwoord van vangen
de gevangen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gevang
- Het woord gevangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gevangen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be