gebondenheid
- ge·bon·den·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebondenheid | gebondenheden |
verkleinwoord |
de gebondenheid v
- het onvrij zijn, het geen vrije tijd hebben
- (sociologie) sociale binding
- [1] verplichting
- [2] verbintenis, geborgenheid, hechting, bonding, bridging
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord gebondenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.