gebelgd
- ge·belgd
- Naamwoord van handeling van belgen met het voorvoegsel ge- [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gebelgd | gebelgder | gebelgdst |
verbogen | gebelgde | gebelgdere | gebelgdste |
partitief | gebelgds | gebelgders | - |
gebelgd
- heel erg kwaad
- De gebelgde student was woedend omdat hij gezakt was voor zijn examen.
- Het woord gebelgd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebelgd" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ gebelgd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be