gebarentaal
- Geluid: gebarentaal (hulp, bestand)
- ge·ba·ren·taal
- samenstelling van gebaar en taal met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebarentaal | gebarentalen |
verkleinwoord | gebarentaaltje | gebarentaaltjes |
- taal waarin men door gebaren en gezichtsexpressies communiceert
- Gebarentaal wordt niet alleen door doven gebruikt.
- ▸ Mijn gebarentaal was bijzonder slecht, hoewel men langzaam mijn hints leerde ontcijferen.[1]
1.
- Het woord gebarentaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebarentaal" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be