gebarentalen=sgn:
volgens ISO 639-3 en -5
  • ge·ba·ren·ta·len

de gebarentalenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gebarentaal
  2. (taalkunde) verzamelterm voor ongeveer 135 talen die geschikt zijn voor mensen met beperkingen bij spreken of luisteren doordat informatie zonder geluid met de stand van de handen en de gelaatsuitdrukking wordt overgedragen