gale
- [A] Wellicht erfwoord via Middelengels gale van Angelsaksisch galan, of mogelijk uit het Oudnoors; zie ook yell[1]
- [B] erfwoord via Middelengels gaile van Angelsaksisch gagel
- [C] erfwoord via Middelengels gavel van Angelsaksisch gafol[2]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
gale | gales |
[A] gale
- (meteorologie) rukwind, storm, harde wind
- (figuurlijk) storm, uitbarsting
- In het Engels is "gale" een minder krachtige wind dan storm; de betekenis van storm overlapt met beide termen
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to gale |
he/she/it | galed |
verleden tijd | galed |
voltooid deelwoord |
gales |
onvoltooid deelwoord |
galing |
gebiedende wijs | gale |
[A] gale
- onovergankelijk (scheepvaart) met flinke vaart zeilen
- onovergankelijk, (dialectaal) kraken; kreunen
- onovergankelijk, (dialectaal) praten
- overgankelijk (dialectaal) zingen
enkelvoud | meervoud |
---|---|
gale | gales |
[B] gale
enkelvoud | meervoud |
---|---|
gale | gales |
[C] gale
- (juridisch) periodiek huurbetaling, termijnhuur
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "gale" herkend door:
95 % | van de Amerikanen; |
99 % | van de Britten.[3] |
- ↑ gale, Online Etymology Dictionary
- ↑ The Pocket Law-lexicon, Explaining Technical Words, Phrases, ..., H.G. Rawson, 1844, p.142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
gale | la gale | gales | les gales |
gale v
vervoeging van |
---|
galer |
gale