Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • fre·se
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Een klanknabootsend woord (onomatopee)
  • [B] Afkomstig van het Franse woord fraiser.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
frese
freser
freste
frest
Klasse 2 zwak [A] + [B]

Werkwoord

[A] frese

  1. onovergankelijk glazig stoven
    «Fres ingefær, hvitløk og chili mykt i smeltet smør i en romslig gryte.»
    Stoof gember, knoflook en chilipeper glazig in een ruime pan met gesmolten boter .
  2. onovergankelijk blazen
    «Katten freste og klappa til han to ganger for å vise hvem som er sjefen her i huset.»
    De kat blies en klapte twee keer voor hem om aan te tonen wie de baas is in dit huis.
  3. onovergankelijk sissen
    «"Forsvinn!" freste han.»
    "Verdwijn!", siste hij.
Afgeleide begrippen

Werkwoord

[B] frese

  1. onovergankelijk, (techniek) frezen (met een frees)
  2. onovergankelijk, (landbouw) frezen (grondbewerking met een cultivator (tuinfrees))
  3. onovergankelijk frezen (met een sneeuwfrees)
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: frese et spor
een sleuf frezen
  • [2]: frese opp jord
de bodem frezen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • fre·se
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Een klanknabootsend woord (onomatopee)
  • [B] Afkomstig van het Franse woord fraiser.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
frese
freser
freste
frest
Klasse 2 zwak [A] + [B]

Werkwoord

[A] frese

  1. onovergankelijk glazig stoven
  2. onovergankelijk blazen
  3. onovergankelijk sissen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

[B] frese

  1. onovergankelijk, (techniek) frezen (met een frees)
  2. onovergankelijk, (landbouw) frezen (grondbewerking met een cultivator (tuinfrees))
  3. onovergankelijk frezen (met een sneeuwfrees)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verbuiging
v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   frese     fresa     freser     fresene  
genitief                        
v
bijvorm
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fresa         fresor     fresone  
genitief                        
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: frese eit hol
een gaatje frezen
  • [2]: frese jord
de bodem frezen

Zelfstandig naamwoord

frese v

  1. (techniek) frees (vooral een technische frees)
Synoniemen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
fresar

frese

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fresar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fresar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fresar