• fre·se for·bi

frese forbi

  1. onovergankelijk voorbij denderen
    «Her sto bøndene og vinket til oss når vi freste forbi
    Er stonden boeren en ze zwaaiden naar ons toen we voorbij denderden.


  • fre·se

frese forbi

  1. onovergankelijk voorbij denderen
    «Her sto bøndene og vinket til oss når vi freste forbi
    Er stonden boeren en ze zwaaiden naar ons toen we voorbij denderden.