• foe·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
foeken
foekte
gefoekt
zwak -t volledig

foeken

  1. inergatief (straattaal) (seksualiteit) (verouderd) geslachtsgemeenschap hebben
     Pechtold zou een passende opvolger kunnen zijn als die even niet ligt te foeken in zijn appartement?[3]
  2. inergatief door duwen of trekken vouwen gaan vertonen
     Ook heeft deze jeans weer lussen voor een riem. Alleen heeft dit model 2 lusjes middenachter. Omdat de jeans hoger zit, is dit bij een riem precies het punt waar de stof eronderuit wil gaan foeken. En dan voorkom je dus met die dubbele lus.[4]
  1.   Weblink bron
    E.G. van Bolhuis.
    De Gabbertaal. Woordenlijst van het Bargoens (1937), V.A. Kramers, Rijswijk Z.-H. in:
    J.G.M. Moormann (ed. Nicoline van der Sijs)
    De geheimtalen. (2002), L.J. Veen, Amsterdam / Antwerpen, p. 608
  2.   Weblink bron
    Minke Kraijer e.a. (red.)
    “Op zien Zwols : Woordenboek van de Zwolse taal” (2008), IJsselacademie, Kampen, ISBN 9789066972025, p. 54 kol. 1
  3.   Weblink bron
    Dutchbeaurouge
    reactie 13:17 uur (6 februari 2019) in:
    Van Rossem
    HOERA! Peter Vandermeersch weg bij NRC (6 februari 2019)
  4.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Caro Kuiper
    “To Jeans or not to Jeans… Tante Betsy solves the question…” (2 juni 2023) op letstalkdresses.blog