fis-kleinetertstoonaard

  • fis-klei·ne·terts·toon·aard
enkelvoud meervoud
naamwoord fis-kleinetertstoonaard fis-kleinetertstoonaarden
verkleinwoord fis-kleinetertstoonaardje fis-kleinetertstoonaardjes

de fis-kleinetertstoonaardm

  1. (muziek) een mineurtoonladder met “fis” als grondtoon
  • De naam van de grondtoon wordt bij samenstelling met “kleinetertstoonladder” en de synonieme begrippen, met een kleine letter geschreven. Dus fis-kleinetertstoonladder, fis-toonladder, fis-kleinetertstoonladder, fis-klein, of kortweg: fis. De samenstellingen worden aaneengeschreven, de losse letter met een streepje. Merk op dat “fis kleine terts” geen samenstelling is, maar een los te schrijven woordgroep, met “kleine terts” als nabepaling bij “fis”.