figuurzagen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van figuurzagen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | figuurzagen | te figuurzagen | ||||||
toekomend | zullen figuurzagen | te zullen figuurzagen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gefiguurzaagd | te hebben gefiguurzaagd | ||||||
toekomend | gefiguurzaagd zullen hebben | gefiguurzaagd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
figuurzagend | gefiguurzaagd | ev. figuurzaag |
mv. verouderd figuurzaagt |
figuurzage | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | figuurzaag | figuurzaagt | figuurzaagt | figuurzaagt | figuurzaagt | figuurzagen | figuurzagen | figuurzagen | |
verleden (o.v.t.) | figuurzaagde | figuurzaagde | figuurzaagde | figuurzaagde | figuurzaagde | figuurzaagden | figuurzaagden | figuurzaagden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal figuurzagen | zult/zal figuurzagen | zult/zal figuurzagen | zult figuurzagen | zal figuurzagen | zullen figuurzagen | zullen figuurzagen | zullen figuurzagen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou figuurzagen | zou figuurzagen | zou(dt) figuurzagen | zoudt figuurzagen | zou figuurzagen | zouden figuurzagen | zouden figuurzagen | zouden figuurzagen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gefiguurzaagd | hebt gefiguurzaagd | hebt/heeft gefiguurzaagd | hebt gefiguurzaagd | heeft gefiguurzaagd | hebben gefiguurzaagd | hebben gefiguurzaagd | hebben gefiguurzaagd | |
verleden (v.v.t.) | had gefiguurzaagd | had gefiguurzaagd | had gefiguurzaagd | hadt gefiguurzaagd | had gefiguurzaagd | hadden gefiguurzaagd | hadden gefiguurzaagd | hadden gefiguurzaagd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gefiguurzaagd hebben | zal/zult gefiguurzaagd hebben | zult/zal gefiguurzaagd hebben | zult gefiguurzaagd hebben | zal gefiguurzaagd hebben | zullen gefiguurzaagd hebben | zullen gefiguurzaagd hebben | zullen gefiguurzaagd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gefiguurzaagd hebben | zou gefiguurzaagd hebben | zou/zoudt gefiguurzaagd hebben | zoudt gefiguurzaagd hebben | zou gefiguurzaagd hebben | zouden gefiguurzaagd hebben | zouden gefiguurzaagd hebben | zouden gefiguurzaagd hebben |