Een figuurzaag.
  • fi·guur·zaag
enkelvoud meervoud
naamwoord figuurzaag figuurzagen
verkleinwoord figuurzaagje figuurzaagjes

de figuurzaagv / m

  1. (gereedschap) een heel fijn zaagje in de vorm van een dun zaagblad dat verticaal wordt gespannen in een lange horizontale beugel
    • Pas op dat je niet in je vingers zaagt met de figuurzaag! 
vervoeging van
figuurzagen

figuurzaag

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van figuurzagen
    • Ik figuurzaag. 
  2. gebiedende wijs van figuurzagen
    • Figuurzaag! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van figuurzagen
    • Figuurzaag je? 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be