fanaticus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·na·ti·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fanaticus | fanatici |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een te vurig ijveraar voor een ideaal
- Die stoere maskerade verbergt veel pijn, angst en wanhoop. Haar vermogen tot empathie wordt willens en wetens onderdrukt. Dat moet ook wel, alle mannen zijn zwijnen. Slechts heel af en toe schemert haar menselijkheid nog door. In een mooie scène komt ze op voor een collega, maar die ‘sisterhood’ in de dop loopt slecht af. Hoewel Anna en Liz zich aan verschillende uiteinden van het madonna-hoerspectrum bevinden, is er een overkomst tussen hen. Beiden leven in een sadistisch universum waar tederheid en liefde geen plek hebben en allebei worden ze onderdrukt/achtervolgd door dezelfde religieuze fanaticus. [2]
Synoniemen
- doordrijver, dweper, fanaat, fanatiekeling, gedrevene, geestdrijver, maniak, zeloot, extremist, freak, scherpslijper
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord fanaticus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "fanaticus" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC André Waardenburg 11 januari 2017
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be