Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scherp·slij·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scherpslijper scherpslijpers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de scherpslijperm

  1. (pejoratief) iemand die zaken te precies stelt en daarmee tegenstellingen onnodig vergroot
    • Is betaalbare gezondheidszorg een recht van alle Amerikanen. En moet de overheid daarvoor zorgen? Progressieven vinden van wel, veel Republikeinen vinden van niet. Maar niet alleen ideologische scherpslijpers morren. [2] 
    • Columnisten en andere scherpslijpers verwijzen graag naar de grote ideologieën om hun afkeer van het compromis te staven. Den Uyl, Wiegel, Van Agt: dat waren nog eens tijden. De werkelijkheid is dat het kabinet-Den Uyl het vier jaar uithield omdat het rustte op een impliciet compromis van evangelisch en sociaaldemocratisch bevlogenen. Wel dient een compromis altijd rekenschap af te leggen aan de ideologie zoals mensen als Van de Stoel en De Gaay Fortman sr. deden. Maar Realpolitik stond voorop, niet destructiedrang. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard DONDERDAG 28 SEPTEMBER 2017
  3. Tubantia Andre vis 14-08-2017