ezelslast
- ezels·last
- samenstelling van ezel en last met het invoegsel -s- (die kan worden opgevat als een genitiefuitgang)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ezelslast | ezelslasten |
verkleinwoord |
de ezelslast m
- (verouderd) goederen die op de rug van een ezel worden vervoerd
- Maar drage de ezelslast, die daarin lust hebbe, ik neem er geen stuk van op mijne schouders. [1]
- (verouderd) (eenheid) gewichtsmaat, zoveel als een ezel kan dragen, circa 36 kg
- De boeren bolsteren de noten , die niet tot onmiddellijk gebruik worden verkocht, en brengen de kernen alleen ter markt, waar zij aan de oliepersers voor zeven ropijen de ezelslast worden verkocht. [2]
- (Jiddisch-Hebreeuws) (eenheid) chomer, een inhoudsmaat in de Bijbel (grootte afhankelijk van tijdperk)[3][4]
- Wil iemand een stuk land aan de HEER wijden, dan moet de waarde ervan worden afgemeten naar het benodigde zaaigoed: per ezelslast zaaigerst vijftig sikkel zilver. [5]
- Het woord 'ezelslast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Hoffmann, F.Arbeid en geld (1868) Kröber, Heybrock & Hötte,Amsterdam; p. 47; geraadpleegd 2015-10-19
- ↑ Picard, H.De Globe (1841) De erven Thierrij en Mensing; p. 197; geraadpleegd 2015-10-19
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Maten en gewichten in het Oude Testament op website BijbelEnCultuur.nl; geraadpleegd 2015-10-19
- ↑ Leviticus 27::16 in de Willibrordvertaling 1995; ISBN 9789061731689; geraadpleegd 2015-10-19