• ex·haus·tief
  • uit het Engels [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen exhaustief exhaustiever exhaustiefst
verbogen exhaustieve exhaustievere exhaustiefste
partitief exhaustiefs exhaustievers -

exhaustief

  1. van een opsomming dat deze compleet is
     De permanente terreurdreiging van kalifaten in het Midden-Oosten legt een bom onder de wereldvrede. Dat op zijn beurt, remt de bedrijvigheid van de mondiale economie af. De bovenstaande lijst van acht punten is verre van exhaustief.[2]
     Net als Glenny’s eerdere boek The Balkans is McMaffia exhaustief, lijvig en rijk aan historische verbanden, achtergrondinformatie en inzicht – soms iets te veel voor een leek. Maar altijd is het vlot leesbaar, dankzij beeldende beschrijvingen, spectaculaire anekdotes en bijzondere personages.[3]
30 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[4]
  1. exhaustief op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Zwarte zwanen zijn grijs” (30 jan. 2015), De Telegraaf
  3.   Weblink bron
    Leen Vervaeke
    “Met een kilootje kaviaar naar Parijs” (23 mei 2008), de Volkskrant
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be