• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord Etrusk met het achtervoegsel -ský

etruský

  1. (historisch) Etruskisch; met betrekking tot het volk de Etrusken
  2. (historisch) Etruskisch; met betrekking tot het gebied Etrurië
  3. (historisch) (taal) Etruskisch; met betrekking tot de taal het Etruskisch



  • IPA: /ɛtrʊskiː/


  • et·ru·s·ký
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord Etrusk met het achtervoegsel -ský

etruský

  1. (historisch) Etruskisch; met betrekking tot het volk de Etrusken
  2. (historisch) Etruskisch; met betrekking tot het gebied Etrurië
  3. (historisch) (taal) Etruskisch; met betrekking tot de taal het Etruskisch